Portret van Pablo Picasso door Juan Gris uit 1912

Kubisme

Periode: 1907 tot 1920

Het kubisme is een invloedrijke kunststroming die in het begin van de 20e eeuw ontstond, en wordt beschouwd als een van de meest revolutionaire stijlen in de moderne kunst. De stroming werd rond 1907 in Frankrijk ontwikkeld door kunstenaars Pablo Picasso en Georges Braque, en het markeerde een breuk met de traditionele Westerse opvattingen over perspectief en representatie in de schilderkunst.

Deze stroming introduceerde een vernieuwende manier van kijken, waarbij traditionele perspectiefvragen werden vervangen door nieuwe vragen over de betrouwbaarheid van waarneming en het vastleggen van meer dan wat één oog ziet.

Het kubisme probeert vast te leggen wat er in ons hoofd gebeurt wanneer we naar dingen kijken. Daarom zie je in deze kunststijl onverwachte sprongen, gefragmenteerde beelden, collages en kleuren die niet altijd realistisch lijken.

Binnen het kubisme zijn er een aantal aparte stromingen, zoals het Geometrisch kubisme, Analytisch kubisme en het Synthetisch kubisme 

 

Geometrisch kubisme

Het geometrisch kubisme (1907-1909) is een variant van het kubisme die zich meer expliciet richt op de geometrische abstractie van vormen. Het is eigenlijk niet een aparte stroming, maar eerder een specifieke benadering binnen het kubisme zelf.

 

Analytisch kubisme

Het Analytisch kubisme (1908-112) was de eerste fase, gekenmerkt door de sterk gefragmenteerde en monochromatische werken van Picasso en Braque. Ze richtten zich vooral op het analyseren en ontleden van objecten.

 

Synthetisch kubisme

Tijdens het Synthetisch kubisme (1912-1919) begonnen kunstenaars helderdere kleuren te gebruiken en introduceerden ze collage-elementen in hun werk. De vormen werden ook minder gefragmenteerd en duidelijker herkenbaar.

 

Kenmerken van het Kubisme

Verschillende gezichtspunten

In plaats van objecten vanuit één enkel perspectief weer te geven, toonden kubistische kunstenaars objecten vanuit meerdere perspectieven tegelijkertijd. Dit zorgde voor een fragmentatie van vormen, wat de werken hun kenmerkende geometrische uitstraling gaf.

 

Geometrische vormen

Objecten en figuren werden gereduceerd tot geometrische basisvormen zoals kubussen, cilinders, sferen, en kegels. Deze vereenvoudiging van vormen was een manier om de onderliggende structuur van objecten te onderzoeken en weer te geven.

 

Voorbeeld van het Analystisch kubisme: Violin and Candlestick door George Braque uit 1910

 

Vervorming van ruimte en perspectief

In het kubisme is er geen vast perspectiefpunt, waardoor de traditionele regels van perspectief losgelaten worden. Dit leidde tot werken waarin de ruimte plat lijkt en waarbij voorgrond en achtergrond vaak door elkaar lijken te lopen.

 

Beperkt kleurenpalet

Vooral in het vroege kubisme, dat ook wel het "analytisch kubisme" wordt genoemd, maakten kunstenaars gebruik van een beperkt kleurenpalet met veel aardetinten, grijzen en bruintinten. Dit hielp om de focus te leggen op de structuur en vorm in plaats van op de kleur.

 

Collage-techniek

In een latere fase van het kubisme, bekend als het "synthetisch kubisme", begonnen kunstenaars verschillende materialen zoals krantenknipsels, stof en hout in hun schilderijen te verwerken. Deze collages versterkten het idee van fragmentatie en multiple perspectieven.

 

Een Video over Pablo Picasso en het Kubisme

Belangrijke kunstenaars en werken uit deze periode

Pablo Picasso:

Een van de grondleggers van het kubisme, Picasso experimenteerde met vormen en perspectieven om nieuwe manieren van kijken te ontdekken. Een van zijn belangrijkste werken is Les Demoiselles d'Avignon (1907), een revolutionair schilderij dat vaak wordt gezien als het begin van het kubisme.

 

Georges Braque:

Samen met Picasso ontwikkelde Braque het kubisme, vooral het analytisch kubisme, waarin hij objecten reduceerde tot hun geometrische basisvormen. Een van zijn belangrijkste werken is Violin and Candlestick (1910), een iconisch voorbeeld van het analytisch kubisme.

 

Juan Gris:

Gris bracht kleur en eenvoud in het kubisme, en zijn werk vertegenwoordigt de overgang naar het synthetisch kubisme met meer herkenbare vormen. Een van zijn belangrijkste werken is Still Life with Checked Tablecloth (1915), waarin hij kleur en patroon combineert in een duidelijke compositie.

 

Fernand Léger:

Léger integreerde elementen van kubisme met futuristische invloeden, en zijn werk wordt gekenmerkt door heldere kleuren en mechanische vormen. Een van zijn belangrijkste werken is  The City (1919), een schilderij dat de moderne stedelijke wereld in geometrische vormen en heldere kleuren weergeeft.

 

Albert Gleizes:

Beschrijving: Gleizes was een belangrijke theoreticus van het kubisme en speelde een sleutelrol in de verspreiding van de beweging door heel Europa.  Een van zijn belangrijkste werken is  Man on a Balcony (1912), een werk dat de principes van het analytisch kubisme illustreert met een gefragmenteerde compositie.

 

Jean Metzinger:

Metzinger werkte nauw samen met Gleizes en droeg bij aan de theoretische onderbouwing van het kubisme, met een focus op de visuele en ruimtelijke analyse van objecten. Een van zijn belangrijkste werken is The Rider (1911), waarin hij de kubistische principes toepast op een dynamische compositie.