Een geïllustreerde beginletter A in een handgeschreven kerkboek, waarin Paasverhalen worden uitgebeeld.
Door Nerius (1310–25)

Middeleeuwen

Periode: 500 tot begin 1300

Middeleeuwse schilderkunst bestrijkt een periode van ongeveer duizend jaar, van de val van het West-Romeinse Rijk (ca. 476) tot de vroege Renaissance (14e eeuw). Deze periode wordt vaak onderverdeeld in drie hoofdfasen:

  • de Vroege Middeleeuwen
  • de Romaanse periode 
  • de Gotische periode

Middeleeuwse schilderkunst is nauw verbonden met religie, aangezien de kerk de belangrijkste opdrachtgever was voor kunstenaars.

Middeleeuwse schilderkunst kent geen lineair perspectief, dit werd pas in  de Renaissance ontwikkeld. Daardoor lijken veel middeleeuwse schilderijen "plat", zonder diepte of ruimte-illusie.

De focus lag meer op symbolische representatie dan op een natuurgetrouwe weergave van de wereld.

De verschillende fases

Vroege Middeleeuwen (ca. 5e - 10e eeuw)

De Vroegmiddeleeuwse schilderkunst stond sterk in dienst van religie en was doordrenkt van symboliek en spiritualiteit. Hoewel veel monumentale kunst verloren is gegaan, getuigen de overgebleven verluchte manuscripten, iconen en decoratieve kunstwerken van een rijke, gedetailleerde en diep religieuze kunsttraditie. De kunst was minder gericht op realisme en meer op het uitdrukken van religieuze en spirituele ideeën, wat een krachtige visuele impact had op het geloofsleven van die tijd.
Lees verder

Romaanse periode  (ca. 11e - 12e eeuw)

De Romaanse schilderkunst speelde een cruciale rol in de visuele communicatie van religieuze verhalen en ideeën in een tijd waarin veel mensen niet konden lezen. Het maakte deel uit van een bredere visuele cultuur waarin kerken en kloosters functioneerden als spirituele centra, en de schilderijen dienden als educatieve hulpmiddelen en middelen voor contemplatie. De nadruk op symboliek en eenvoud hielp de gelovigen om zich te concentreren op de spirituele boodschappen, en legde de basis voor de verdere ontwikkeling van de middeleeuwse kunst, met name in de Gotische periode die daarop volgde.

Romaanse schilderkunst was, met zijn focus op spiritualiteit en symboliek, een belangrijke stap in de ontwikkeling van middeleeuwse kunst, die voortbouwde op vroegere tradities en de weg effende voor de latere Gotische kunst en de Renaissance.

Lees verder

Gotische periode  (ca. 12e - 15e eeuw)

Gotische schilderkunst markeerde een belangrijke overgangsperiode in de Europese kunstgeschiedenis. Het introduceerde meer naturalisme, emotie en ruimtelijkheid in de kunst, en vormde de brug tussen de middeleeuwse tradities en de artistieke ontwikkelingen van de Renaissance. Gotische kunst vervulde niet alleen een religieuze functie, maar bracht ook nieuwe ideeën over de menselijke ervaring en de wereld om ons heen in beeld. Het blijft een cruciale periode die de kunstgeschiedenis diepgaand heeft beïnvloed.

Gotische schilderkunst ontwikkelde zich parallel aan de Gotische architectuur en stond bekend om zijn verfijnde stijl, naturalisme, en een grotere focus op emotie en spiritualiteit. Deze periode zag een verschuiving naar meer gedetailleerde en levensechte weergaven van de menselijke figuur, evenals een grotere belangstelling voor het creëren van diepte en ruimtelijkheid in kunstwerken.

Lees verder

Kenmerken van Vroegmiddeleeuwse Schilderkunst

Manuscriptverluchting

Eén van de meest prominente vormen van schilderkunst in deze periode was het verluchten van manuscripten. Dit gebeurde voornamelijk in kloosters door monniken. Ze creëerden prachtige geïllustreerde religieuze boeken, zoals evangeliën, psalters en andere religieuze teksten. Deze manuscripten bevatten vaak levendige miniaturen (kleine schilderijen) en rijk versierde initialen.

Beroemde voorbeelden zijn het Book of Kells en de Lindisfarne Evangelies. Deze werken worden gekenmerkt door gedetailleerde ornamenten, complexe knoop- en vlechtpatronen en het gebruik van felle kleuren zoals rood, blauw en goud.

Insulaire Kunst

Insulaire kunst verwijst naar de kunstvormen die zich ontwikkelden op de Britse eilanden (Ierland en Groot-Brittannië), vooral onder de invloed van het christendom. Deze stijl werd gekenmerkt door een mix van Keltische en christelijke elementen, zoals ingewikkelde vlechtwerken, spiralen, en symbolische dierenmotieven.

De verluchte manuscripten uit deze regio, zoals het eerder genoemde Book of Kells, laten een unieke decoratieve stijl zien met veel aandacht voor detail en een fascinatie voor abstracte vormen.

Karolingische Kunst:

Aan het einde van deze periode bloeide de kunst opnieuw op onder invloed van Karel de Grote en zijn Karolingische Renaissance (8e en 9e eeuw). Er was een bewuste poging om de klassieke Romeinse tradities nieuw leven in te blazen, wat leidde tot een meer naturalistische stijl in de schilderkunst en boekverluchting.

De Karolingische kunst combineerde klassieke elementen, zoals het streven naar realisme en proportie, met de symbolische en gestileerde aanpak van de vroege christelijke en Byzantijnse kunst. Belangrijke werken uit deze tijd zijn de Evangeliën van Karel de Grote.

Byzantijnse Iconen

De Byzantijnse kunst speelde een belangrijke rol in deze periode, vooral in het Oost-Romeinse Rijk (Byzantium). Iconen, religieuze afbeeldingen van Christus, de Maagd Maria en heiligen, waren erg belangrijk. Ze werden geschilderd op houten panelen en vaak versierd met goud om de heilige figuren extra glans te geven.

Deze iconen hadden een sterk symbolisch karakter en volgden strikte regels in hun stijl en compositie, gericht op het uitdrukken van spirituele ideeën in plaats van realisme. De stijl was frontaal, formeel en sterk gestileerd, met weinig nadruk op ruimtelijke diepte.

Invloeden van de Volksverhuizingen:

Deze periode zag ook de invloed van de zogenaamde "barbaarse" volkeren die zich in Europa vestigden na de val van Rome, zoals de Visigoten, Merovingen, en Vikingen. Hun kunst kenmerkte zich door geometrische patronen, diermotieven en abstracte vormen, vaak te zien in metalen sieraden, wapens en andere decoratieve objecten.

Deze stijl, hoewel vaak meer toegepast in ambachtelijke kunst dan in schilderkunst, beïnvloedde ook de decoratieve elementen in manuscripten en andere kunstwerken uit deze periode.

 

Voorbeeld van Book of Kells:

Het Book of Kells werd rond het jaar 800 geschreven door Keltische monniken en geldt als een meesterwerk van de westerse kalligrafie in insulaire stijl. (bron Wikipedia)

Materialen en Technieken

Pigmenten en Goud: Vroege middeleeuwse kunstenaars gebruikten natuurlijke pigmenten, vaak gemengd met ei (tempera), en bladgoud om hun werken te versieren. De felle kleuren en het gebruik van goud gaven de kunstwerken een rijke en spirituele uitstraling.

Perkament: In deze tijd werd perkament, gemaakt van dierenhuiden, gebruikt als basis voor manuscripten. Dit materiaal was duurzaam en leende zich goed voor het gedetailleerde werk van verluchters.


Kenmerken van de Romaanse periode

Religieuze Thema's

Net als in de rest van de middeleeuwse kunst waren de onderwerpen in de Romaanse schilderkunst bijna uitsluitend religieus. Bijbelse scènes, verhalen over heiligen en symbolische voorstellingen van het christelijk geloof stonden centraal.

Jezus Christus, de Maagd Maria, apostelen, engelen en heiligen werden vaak afgebeeld in iconografische vormen die een vaste betekenis hadden.

Stilering en Symboliek

Figuren in de Romaanse schilderkunst zijn vaak gestileerd en vereenvoudigd, met weinig aandacht voor anatomisch realisme of natuurlijke bewegingen. Ze zijn meestal frontaal weergegeven en hebben een statische, plechtige houding.

De focus lag meer op het overbrengen van religieuze betekenissen dan op het weergeven van realistische vormen. Verhoudingen in de schilderijen waren symbolisch: bijvoorbeeld, Christus werd vaak veel groter afgebeeld dan andere figuren om zijn goddelijke status te benadrukken.

Altaarstukken en Miniaturen

Naast muurschilderingen waren altaarstukken en miniaturen belangrijke vormen van Romaanse schilderkunst. Altaarstukken, vaak gemaakt op houten panelen, toonden religieuze scènes en werden versierd met felle kleuren en bladgoud.

Verluchte manuscripten bleven ook in deze periode belangrijk. Monniken in kloosters creëerden rijk geïllustreerde boeken met religieuze teksten, die voorzien waren van gedetailleerde miniaturen en decoratieve patronen.

Muurschilderingen (Fresco's)

Een van de belangrijkste vormen van Romaanse schilderkunst was de fresco, een muurschildering die direct op natte kalk werd aangebracht. Deze schilderingen bedekten vaak hele kerkmuren, apsissen en plafonds en vormden een integraal onderdeel van de kerkarchitectuur.

Fresco’s uit deze periode zijn vaak kleurrijk en hebben een plat, tweedimensionaal uiterlijk. Diepte en perspectief waren zelden een prioriteit; in plaats daarvan waren de composities gelaagd met symbolische betekenissen en sterke contourlijnen.

 

Compositie

Composities in de Romaanse schilderkunst waren vaak sterk gestructureerd en symmetrisch. De belangrijkste figuren, zoals Christus of Maria, werden centraal geplaatst, omringd door kleinere figuren die minder belangrijk waren in de hiërarchie van het schilderij.

De figuren en scènes werden vaak in stroken of registers geplaatst, met weinig aandacht voor natuurlijke omgevingen. Hierdoor kreeg de kunst een vlakke, decoratieve uitstraling.

Gebruik van Kleur

Romaanse kunstenaars gebruikten levendige, vaak onrealistische kleuren. Deze kleuren hadden vaak symbolische betekenissen: bijvoorbeeld, blauw kon de hemel vertegenwoordigen en rood stond voor bloed of offer.

Goud werd veel gebruikt in zowel fresco's als op houten panelen om een gevoel van heiligheid en goddelijke aanwezigheid uit te drukken.

 

Een van de afbeeldingen in Saint-Savin-sur-Gartempe. Deze fresco beeld de Ark van Noach uit.
Afbeelding afkomstig van Commens.Wikimedia.org

Regionale Verschillen:

Hoewel de Romaanse stijl vrij consistent was in heel Europa, waren er regionale verschillen. Zo hadden bijvoorbeeld de Romaanse fresco’s in Italië een meer klassieke invloed, terwijl die in Spanje en Frankrijk vaak een strengere en vereenvoudigde stijl volgden. In Spanje ontwikkelde zich ook een uniek gebruik van mozaïeken en invloed van islamitische kunststijlen.

 

Voorbeelden van Romaanse Schilderkunst

  • Fresco’s in de Sant’Angelo in Formis (Italië):

    Deze kerk bevat enkele van de best bewaarde Romaanse fresco’s in Italië. De fresco’s tonen Bijbelse verhalen met gestileerde figuren en een duidelijke hiërarchische compositie.
  • Fresco’s in Saint-Savin-sur-Gartempe (Frankrijk):

    Deze Franse kerk staat bekend om zijn kleurrijke en gedetailleerde fresco’s die scènes uit het Oude en Nieuwe Testament uitbeelden. De schilderingen beslaan grote delen van het gewelf en de muren en zijn een goed voorbeeld van de Romaanse stijl.
  • Codex Calixtinus (Spanje):

    Dit verluchte manuscript, gemaakt rond 1140, is een belangrijk voorbeeld van Romaanse boekverluchting. Het is rijk geïllustreerd met kleurrijke miniaturen en gedetailleerde patronen.

Kenmerken van de Gotische periode

Natuurlijke Weergave van Figuren

In tegenstelling tot de gestileerde en symbolische figuren van de Romaanse kunst, streefden Gotische kunstenaars ernaar om de menselijke figuur natuurlijker en realistischer weer te geven. Er kwam meer aandacht voor anatomische correctheid, gezichtsuitdrukkingen en emotie.

Heiligen, Maria en Christus werden nog steeds verheven en idealistisch afgebeeld, maar met een grotere nadruk op hun menselijke aspecten. Dit weerspiegelde een groeiend verlangen om religieuze figuren als toegankelijk en benaderbaar te zien.

 

Expressieve Emoties

Een van de belangrijkste veranderingen in de Gotische schilderkunst was de weergave van emotie. In plaats van de statische, afstandelijke houdingen van de Romaanse kunst, tonen figuren in Gotische schilderijen meer gevoelens, zoals verdriet, vreugde, medeleven en angst.

Een beroemd voorbeeld is de voorstelling van Maria die treurt om de dood van Christus, zoals te zien in de vele Pietà-afbeeldingen, waarin de intense emotie van het rouwproces centraal staat.

 

Gebruik van Licht en Schaduw

Gotische kunstenaars begonnen experimenten met licht en schaduw om een gevoel van diepte en volume te creëren. Ze gebruikten licht om de figuren en objecten in hun schilderijen realistischer te maken en ze los te maken van de achtergrond.

Deze techniek, genaamd chiaroscuro, werd later verder ontwikkeld in de Renaissance, maar de basis werd gelegd in de Gotische periode.

 

Ruimtelijke Diepte en Perspectief

Hoewel de volledige ontwikkeling van lineair perspectief pas in de Renaissance plaatsvond, begonnen Gotische kunstenaars al met het suggereren van diepte en ruimte in hun composities. Dit gebeurde door overlappende figuren en landschappen die een gevoel van ruimte creëerden.

In sommige werken is ook atmosferisch perspectief aanwezig, waarbij verre objecten lichter en waziger worden afgebeeld om afstand te suggereren.

 

Altaarstukken

Altaarstukken, vaak samengesteld uit meerdere panelen (poliptieken), werden prominent in kerken en kathedralen. Deze schilderijen toonden scènes uit het leven van Christus, Maria of heiligen, vaak met uitgebreide decoraties en bladgoud.

Een van de meest iconische altaarstukken uit de Gotische periode is het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck, hoewel dit werk aan het einde van de Gotische periode grenst en al vooruitwijst naar de Renaissance.

 

Verluchte Manuscripten en Paneelschilderijen:

Gotische schilderkunst kwam tot uiting in verschillende media, waaronder verluchte manuscripten en paneelschilderijen. Verluchte manuscripten waren rijk versierde religieuze teksten die vaak de Bijbel of psalters illustreerden. Paneelschilderijen, geschilderd op houten panelen, werden steeds belangrijker in altaarstukken en kerkdecoraties.

De Très Riches Heures du Duc de Berry is een beroemd voorbeeld van een verlucht manuscript uit de Gotische periode, rijk gedetailleerd en levendig van kleur.

 

Glas-in-loodramen

Een ander opvallend kenmerk van de Gotische kunst is het gebruik van glas-in-loodramen, vooral in grote kathedralen zoals die van Chartres en Reims. Deze ramen combineerden schilderkunst met architectuur en vertelden bijbelse verhalen door middel van levendige kleuren en complexe patronen.

Glas-in-loodramen creëerden een hemelse sfeer in kerken, waarbij het licht dat door de ramen viel werd gezien als een symbool van het goddelijke.

 

De bekering van Sint Paulus door Spinello Aretino ca. 1391–92

Regionale Verschillen

Gotische schilderkunst ontwikkelde zich in verschillende regio's met unieke kenmerken:

  • Franse Gotiek
    In Frankrijk werd de Gotische stijl al vroeg geassocieerd met kathedralen zoals Chartres en Reims. Glas-in-loodramen en miniatuurschilderingen in manuscripten waren belangrijke uitdrukkingsvormen. Franse kunstenaars legden de nadruk op sierlijkheid en het decoratieve aspect van hun werk.
  • Italiaanse Gotiek
    In Italië ontwikkelde de Gotische schilderkunst zich iets anders, met kunstenaars zoals Giotto di Bondone die een voorloper was van de Renaissance. Giotto introduceerde meer naturalisme en dramatiek in zijn fresco's, zoals te zien in de Arena-kapel in Padua. De Italiaanse Gotiek legde de basis voor de latere ontwikkelingen in de Renaissance.

  • Vlaamse Primitieven
    In de Nederlanden ontwikkelde zich in de 14e en 15e eeuw een stijl die bekend staat als de Vlaamse Primitieven. Kunstenaars zoals Jan van Eyck en Rogier van der Weyden stonden bekend om hun gedetailleerde paneelschilderijen en het gebruik van olieverf, wat een revolutionaire techniek was voor de tijd.

Belangrijke voorbeelden van Gotische schilderkunst

  • De Maestà van Duccio (Italië, ca. 1311)
    Dit altaarstuk in de kathedraal van Siena is een beroemd voorbeeld van Italiaanse Gotische schilderkunst. Het toont de Madonna en Christus in een formele, maar expressieve stijl, rijk versierd met goud.

  • De Très Riches Heures du Duc de Berry (Frankrijk, 1412-1416)
    Een prachtig verlucht manuscript, gemaakt door de gebroeders Limbourg, met rijke kleuren en minutieuze details die scènes uit het dagelijkse en religieuze leven weergeven.

  • Het Lam Gods van Jan van Eyck (België, 1432)
    Dit monumentale altaarstuk, ook wel het Gentse Altaarstuk genoemd, is een meesterwerk van de Vlaamse Primitieven en combineert religieuze symboliek met gedetailleerd realisme.